Sportblessures kunnen erg vervelend zijn. Om die te voorkomen kun je het volgende doen:
- Regelmaat: Blijf regelmatig sporten. Zo blijf je fit. Heb je een tijdje niet gesport? Bijvoorbeeld door een blessure of winterstop? Bouw het sporten dan geleidelijk weer op, zeker als je wat ouder bent.
- Trainingsschema: Zorg dat je het sporten geleidelijk opbouwt. Volg een trainingsschema dat past bij je leeftijd, conditie en sport.
- Warming-up: Start altijd met een warming-up. Bij de meeste sporten betekent dat: eerst een rondje rennen of even op een hometrainer warm fietsen. Doe het totdat je jezelf ook echt warm voelt worden. De bloedvaten in je spieren verwijden en er stroomt veel zuurstofrijk bloed naar je spieren. De spieren worden soepeler en werken beter samen. Na een warming-up ben je fitter. Je let beter op en reageert sneller. Na een goede warming-up heb je minder kans op nieuwe blessures.
- Spierversterkende oefeningen: Hierdoor ontwikkel je kracht en snelheid. Daarmee kan je onverwachte bewegingen of stoten sneller en beter opvangen. Bij voetbal bijvoorbeeld helpen oefeningen om de spieren rond het kniegewricht te versterken. Oefeningen die passen bij jouw sport, zodat je de belangrijkste bewegingen soepel kunt maken, beter beheerst en langer kunt volhouden.
- Cooling down: Aan het eind of tijdens de sport: sluit het sporten af met uitlopen of rek- en strekoefeningen. Hierdoor kan je lichaam geleidelijk afkoelen. Daarna heb je minder kans op spierpijn en stijfheid de volgende dag.